Scheveningen is zowel vissersplaats als badplaats. De zee, het strand en de haven zijn altijd nadrukkelijk aanwezig. Rondom de havens vindt van alles plaats. De Eerste Haven heeft vooral een visserijbestemming en de Tweede Haven is een combinatie van beroepsvaart en watersport. 

Naast de twee bovengenoemde gebruikers, biedt de haven ook plaats aan vrachtvaart en andersoortige beroepsschepen, zoals onderzoeksvaartuigen, ferryschepen, actieschepen van milieuorganisaties, bevoorradingsvaartuigen voor de olie-industrie en marinevaartuigen. Aan de Tweede Haven is de visafslag gesitueerd, waar vrijwel elke ochtend verse vis verhandeld wordt, die voor een deel bij plaatselijke visdetaillisten en marktkraamhouders terecht komt. 

Het strand is voor de Scheveningers zowel als voor Hagenaars en toeristen een aantrekkelijke locatie om te ontspannen. De boulevard biedt volop vertier in de vorm van winkels, restaurants, amusementshallen, een Beeldenmuseum en het Sealifecentre. In de zomermaanden trekt Scheveningen honderdduizenden bezoekers. Overigens zijn winterse stormen in het weekend ook aanleiding voor veel mensen om de zee eens in een andere gedaante te aanschouwen. 

De echte Scheveningers wonen vooral in de wijken rondom Scheveningen Dorp en Duindorp. Ze zijn trots op hun woonplaats en tonen veel affiniteit met het reilen en zeilen van de haven, omdat bijna elke Scheveninger wel een familielid kent die aan de haven en in de visserij werkt of gewerkt heeft. In Scheveningen Dorp zijn de Keizerstraat en de Badhuisstraat de winkelstraten die door de eeuwen heen mede het gezicht bepalen van Scheveningen. De Keizerstraat ligt min of meer in het verlengde van de Scheveningseweg, die als eerste geplaveide straat in Europa in 1665 gereedgekomen is.